ACADEMIE VOOR DE HEBREEUWSE BIJBEL EN DE HEBREEUWSE TAAL

Archief - Notities van lezingen

26
Dieren * Naam * Kern-elektronen * Politiek * Specialisatie * lichaam * recht * natuurwet * barmhartigheid * recht- barmhartigheid * schepping van de mens * schepping * koning * moderne tijd

Dieren hebben geen individuele naam. Dit in tegenstelling met de mens. Dieren vormen daarom ook slechts een 1-heid in hun gehele groep. Bij voorbeeld een enkele wolf is niets doch het begrip wolf is een 1-heid welke geleid wordt door een bepaalde ziel die alle onderdelen beheerst, zoals bij de mens de bloedlichaampjes en organen beheerst worden vanuit de centrale plaats mens. Nog duidelijker ziet men dit bij het voorbeeld van de bijen- of mierenstaat; de individuele bij of mier is daar niets, evenmin als een bloedlichaampje of een cel in het menselijke lichaam. De totale bijen- of mierenstaat is een orgaan.

Derhalve heeft een individueel mens een naam en een individueel dier niet, want naam betekent dat men een kern heeft welke door het hele bestaan heen voedt. Het geven van een naam, het bewust geven van een naam, aan een dier houdt dus in, dat men het individuele dier tot kern maakt en dit houdt in de breuk van het geheel. Zo noemden de Egyptenaren hun stier Apis, omdat zij bewust een breuk wilden.

Een mensengemeenschap behoort dus daaruit voortvloeiend te zijn een samengaan van vrije individuen en nimmer iets waarbij het individu verloren gaat, zoals dit in een dierenstaat wel het geval is. Het specialiseren van mensen voor bepaalde functies welke zij dan in de gemeenschap zouden kunnen verrichten, is identiek met het verlagen van de mens tot het dier. Ieder mens moet een geheel zijn dat alles omvatten kan en het oefenen van slechts een enkele of enige eigenschappen en het daardoor verwaarlozen van andere mogelijkheden, is een breuk en verlaging van de mens. Een staat welke uitgaat van het beginsel dat de gemeenschap voor de enkeling gaat, is derhalve ook een staat welke loochent het speciale wezen van de mens. Het is dan niet anders dan een dierstaat. Wij moeten niet vergeten dat ieder van ons reeds een dergelijke staat is, waarbij slechts het algemeen belang in het oog gehouden wordt, waar geen medelijden of barmhartigheid bestaat. Als ergens een orgaan verkeerd gaat werken en infectueuze stoffen afgeeft, dan wordt de individuele mens genadeloos aangevallen, dan kan er geen sprake zijn van begrip voor anderen, doch slechts een blind gehoorzamen aan de wet. Dit kent ook de bijen- of mierenstaat en iedere andere dierengemeenschap. Is men eenmaal uit de mensen- gemeenschap gegaan, dan is de consequentie inderdaad dat men evenals de zogenaamde totalitaire staat begrippen als barmhartigheid en medelijden als zijnde fout voor de staat, uitbant.

Daarom is het van zo groot belang, dat iedere mensengemeenschap als eerste beginsel heeft de waardigheid en het belang van ieder individu. Iedere beknotting van het recht van het individu, is een verlagen van de waarde van de mens en een weg in de richting van de dierenstaat. Het individu behoort het recht te hebben zijn leven in het geheim te kunnen leven en dingen als schending van bankgeheim, iets dat tegenwoordig toch heel gewoon is, zijn niets anders dan het accepteren van de staat als organisch geheel en het verlagen van de mens tot een orgaantje in deze staat.

Men moet juist de staat zien als een bouwsel van de mens en niet als iets dat met de schepping in de wereld gelegd werd. Bij de schepping werd de dierenwereld gemaakt, ieder dier naar zijn soort en de mens werd gemaakt als individu. Bij de dierenwereld kwam dus de staat bij de schepping reeds, doch de mensenstaat was iets dat later door de mens zelf werd gemaakt, toen hij het leven van de dieren tot het zijne ging maken.

De wetten en rechtsbegrippen uit de bijbel spreken derhalve altijd van het recht van het individu. De Bijbel kent geen staatswetten. De enige staatswet die er in voorkomt is de koningswet en deze houdt slechts in beknotting van de rechten van de koningen, opdat de koningen niet dingen doen welke de mensengemeenschap in gevaar brengen. De koningen mochten geen paarden en geen vrouwen uit Egypte laten komen, omdat deze beide dingen 2-heid betekenen en strijd in 2-heid.

Men moet niet vergeten, dat de moderne democratische staten eveneens het staatsbegrip vooraan zetten en daarmee eigenlijk in principe geen verschil maakt met de zogenaamde totalitaire staten. Dit verschil is gradueel, doch zeer zeker niet meer principieel.

 

Copyright © 2024 Academie voor de Hebreeuwse Bijbel en de Hebreeuwse Taal.