ACADEMIE VOOR DE HEBREEUWSE BIJBEL EN DE HEBREEUWSE TAAL

Notities van lezingen

65

archeologie * ouders * generaties * opvoeding * jeugd * Touro * historie * mens-dieren * Israël-volkeren

De geschiedenis, bezien door archeologen, die dus lichamelijk rekenen, heeft de maat van het vergankelijke, van het lichamelijke; men zou kunnen zeggen de maat van de lijken. Daarom is het geen wonder, dat men in de oudheid een lichamelijke naïviteit vindt zoals het babylichaam dit in het materiele in onze verschijningsvorm ook is. En het lichaam, als men dit inderdaad nauwkeurig onderzoekt -althans op lichamelijke wijze- draagt het stempel van de dood. En daarom is ook steeds de consequentie van dit onderzoeken der geschiedenis, een ondergang- een doods consequentie. Men vergeet daarbij natuurlijk dat de mens in werkelijkheid iets anders is, dat hier niet de lichamelijke herinnering kan werken doch dat zoals bij de mens de vertelling van de ouders, de mens zijn herkomst en zijn doen kan mededelen, zo de mensheid ook alleen de zin van het bestaan kan ontvangen als zij het zich vertellen laat door degene die voor de mensheid de plaats van de ouders inneemt die vertellen kan van het voorheen en het daarna, van de zin en samenhang van alles. Zou de mens, zonder de ouders te kennen of te willen kennen, zelf op onderzoek moeten uitgaan, op onderzoek naar zijn oudste verleden, hij zou inderdaad dan terecht komen in een vies, althans zeer zeker onbeholpen baby-stadium. Er zouden slechts vage herinneringen over komen en hij zou dus zeggen: "Mijn oudste geschiedenis verliest zich ergens in het donker. Ik geloof dat ik toen nog al op een dier leek." En inderdaad heeft hij dan nog niet eens zo ongelijk. Zo gaat het met de geschiedenis zelf ook want alles is steeds een herhaling; in iedere verschijningsvorm komt weer hetzelfde voor en zoals het leven van de mens zich ontwikkelt, lichamelijk, zo ontwikkelt zich lichamelijk ook de wereldgeschiedenis. Om die reden is natuurlijk ook in de oudheid niets anders te vinden dan een vage overgang naar iets dierlijks en men kan zich terecht een beetje schamen over zijn onbeholpenheid zoals een mens, als hij terug zou denken aan zijn kind-stadium, een beetje verlegen lacht, maar nooit zal toegeven dat dat nu de mens is. En steeds vergeet de mens dan dat dit bij alle dieren wel opgaat omdat die inderdaad slechts de kring hebben, maar dat de mens ouders heeft, die in de tijd, dat hij zelf nog onbeholpen en onbewust was, voor hem deden en hem leidden, hem in alles onderwezen en hem de zin van alles vertelden. Zonder hulp van de ouders zou de mens dierlijk zijn gebleven. En zo heeft de mensheid dan God, die juist in die jeugdtijd de mens geleid en opgeleid heeft, berispt, toegesproken en onderwezen heeft en slechts zo kan men de oude geschiedenis begrijpen en mag men haar bezien.

En zoals de heidense mens de ouders loslaat als hij wat volwassen wordt, zo laat de heidense mensheid ook God los en neemt aan dat alles door haar zelf gevonden is, gepresteerd is en vergeet de moeite en zorg van de ouders om het zover te brengen, de opofferingen voor studie en opvoeding gebracht en men vindt die ouders dan alleen nog maar lastig.

Zo beeldt zich dit algemene principe in het leven van de mens ook uit en daarom zijn archeologen eigenlijk niet alleen stuntelig, maar leveren ook het bewijs dat zij vergeten dat er een vader is die in die vroegere tijden de mens zeer bewust heeft geleid zoals ook nu nog zijn gedachten steeds bij de mens zijn, zoals een vader ook steeds zijn kinderen blijft gedenken, hoe groot zij ook zijn en zoals vaders eigenlijk tot het laatste toe kinderen in alles raad blijven geven en verder onderwijzen. Als de kinderen maar beseffen dat die vaders wijzer zijn, ouder zijn.

Dit vergeten die archeologen en daarom komen zij natuurlijk op moeilijk terrein. Juist bij het begin van de wereld is er het nauw contact tussen God en de mensheid zoals in het begin van het mensenleven het nauw contact met de ouders bestaat. De Touro wordt daarom ook vergeleken met vader en moeder.

 

Copyright © 2024 Academie voor de Hebreeuwse Bijbel en de Hebreeuwse Taal.